Een depressie met de kern boven ons land kan binnen onze landgrenzen een wereld van verschil opleveren in weer en wind (Bron: KNMI)
Een depressie met de kern boven ons land kan binnen onze landgrenzen een wereld van verschil opleveren in weer en wind (Bron: KNMI)

Een depressie is een gebied met lage luchtdruk die ontstaat in het grensgebied tussen twee verschillende luchtsoorten. Bijvoorbeeld tussen koude lucht van noordelijke breedten en tropische lucht van zuidelijke breedten. Soms trekt de kern van een depressie dwars over Nederland. Vooral wanneer dat een diepe en actieve depressie is kan dat verspreid over ons land tijdelijk een wereld van verschil opleveren in weer en wind. 

In het grensvlak van de beide luchtsoorten kan een golfvormige uitstulping ontstaan die verder kan uitgroeien tot een lagedrukgebied of zelfs tot een heuse diepe stormdepressie. Een depressie zou je voor kunnen stellen als een enorme atmosferische stofzuiger op zo'n 8 tot 10 kilometer hoogte, die de lucht naar boven zuigt. De lucht stroomt spiraalsgewijs naar het centrum van lagedruk toe. Op satelliet- en radarbeelden is de krul van zo’n depressies soms goed te volgen. Ten noorden van het lagedrukgebied waait een oostelijke tot noordoostelijke wind, ten zuiden daarvan een westelijke wind. Als de depressie gepasseerd is draait de wind naar noordwest of noord. De sterkste wind komt meestal ten zuiden en westen van het lagedrukgebied voor. Hoe hard het waait hangt af van de verschillen in luchtdruk. Hoe groter de drukverschillen over een bepaalde afstand hoe harder de wind. 

Als een depressie ons land nadert gaat de luchtdruk omlaag en trekt de wind geleidelijk aan. Meestal begint er dan ook neerslag te vallen, ten noorden en oosten van de depressie kan dat ‘s winters sneeuw zijn en kan ijzel optreden. In de zachtere lucht ten zuiden van de depressie regent het meestal. 

In de depressiekern waait het amper en breekt vaak zelfs even de zon door. De luchtdruk verandert dan niet veel meer. Het rustige weer (de stilte voor de storm) is echter meestal maar van korte duur, tenzij de depressie heel langzaam verder trekt. 

Als de kern van een depressie lange tijd nagenoeg stil blijft liggen kunnen de tegenstellingen in het weer boven ons land lang aanhouden. Meestal loopt de barometer echter al gauw weer op. Als dat heel snel gaat (door meteorologen stijgklap genoemd) zal de wind ook flink aanwakkeren en is er kans op storm en zware windstoten. 

Met de koudere lucht die dan aangevoerd wordt komen echter meestal buien mee die boven zee zijn ontstaan. Vooral tijdens buien kunnen windvlagen voorkomen. In de koudere lucht verbetert ook het zicht, maar in een (sneeuw)bui is het zicht uiteraard weer minder.

 

Bron:www.knmi.nl/cms/content/39575/depressie